Een lang Pinksterweekeinde doorgebracht in Brugge, alwaar we in de binnenstad een huis hadden gehuurd. Brugge is nu niet echt een metropool, maar wel een heel erg mooie, het is bijna ongelofelijk dat alles zo goed bewaard is gebleven, en ook wel weer eens lekker om in de binnenstad te 'wonen' (het Groningen-gevoel kwam terug, niet het Amsterdam-gevoel). En het Brugse ommeland is ook genieten (al was het maar om pleisterplaatsen als
Siphon even voorbij Damme (ontdekt tijdens mijn lange duurloop op zondag, ook in Belgie gaat het hardlopen door, 26 km langs Damme en Oostkerke en afsluiten met een rondje Brugge, heel erg genieten).
Tijdens een lange slentertocht door de stad kwamen we uiteindelijk, na een bezoek aan geboortehuis van Guido Gezelle terecht bij de vlakbij gelegen Taverne De Verloren Hoek. Kinderen spelen bij de vlakbij gelegen molen op de veste, en wij aan de Brugse Zotte en de Rodenbach, in het zonnetje.
Terug naar het buitengebied. Een mooie fietstocht gemaakt langs de kastelen aan de zuidkant van Brugge, de sterrenwacht, het natuurcentrum, waar uiteraard weer een cafe is, waar gestopt werd (cafe 't Koetsenhuis).
Daarna de polders in, langs mooi onverkaveld land, met hobbelige, ongemaaide weilanden, met ongeknotte wilgen en ruisende populieren naar.....het prettige Mortierken (jawel, weer horeca...) in Meetkerke:
Waar we langs kwamen (en zijn blijven hangen, Poperings Hommelbier....en ook dat Rodenbach is erg lekker als het zonnetje schijnt) met de fietsen gehuurd bij de vriendelijke mensen van e-kar. Je komt dan ook dit soort leuke dingen tegen:
Aangezien de kinderen erg van ridders houden en Brugge ook, werd de speelgoedwinkel de Krokodil erg gewaardeerd:
Ook nummerborden worden gewaardeerd:
en tijdens het fietsen werd nog een jonge kievit gered van een wisse dood op het asfalt ('oohhh, wat zielig!'):
De laatste dag afgesloten met vermaak op het strand van Het Zoute (daar waar de Aerdenhout-formaat en vooral witte, Normandisch aandoende villa's echt tweede huizen zijn, heeft wel iets van klasse....). Op de terugweg had ik bedacht dat we wel via de pont van Breskens naar Vlissingen konden gaan, maar eenmaal in de veerhaven aangekomen bleek dat die al 3 jaar geen auto's meer mee neemt (vond het al verdacht rustig daar...). We werden verwezen naar de tunnel van Terneuzen (geweldig lang ding, voor NL-begrippen, met een heus Toll Plaza aan het eind) en zo via de A58 naar de bewoonde wereld. Afgesloten met een zonnige maaltijd op de Grote Markt in BoZ. Daarna naar huis in minder dan 1:45 uur, viel me mee.
Conclusie: West-Vlaanderen is een prima streek voor een lang weekeinde.